De Staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane heeft op 19 mei 2025 het Wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 bij de Tweede Kamer ingediend. Met dit wetsvoorstel komt een einde aan de forfaitaire vaststelling van het inkomen in box 3 door de invoering van een heffing op basis van het werkelijke rendement behaald met het vermogen in box 3.

 

Het nieuwe box 3-stelsel

In het nieuwe box 3-stelsel wordt het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen belast. Het tarief is 36%.

Het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen is het inkomen uit sparen en beleggen verminderd met de te verrekenen verliezen uit sparen en beleggen. Het inkomen uit sparen en beleggen is het resultaat uit sparen en beleggen, verminderd, voor zover dit resultaat positief is, met het heffingsvrije resultaat (€ 1.800) en de persoonsgebonden aftrek.

Het resultaat uit sparen en beleggen is het gezamenlijke bedrag van:

  • Het resultaat behaald met bezittingen en schulden; en

  • Het resultaat behaald met box 3-panden en aandelen in of winstbewijzen van een startende onderneming;

  • Verminderd met de aftrekbare kosten.

 

Box 3-panden en aandelen in en winstbewijzen van een startende onderneming

Voor box 3-panden en aandelen in en winstbewijzen van een startende onderneming geldt de zogenoemde vermogenswinstsystematiek. Het resultaat dat wordt behaald met box 3-panden en aandelen in of winstbewijzen van een startende onderneming is hierdoor het gezamenlijke bedrag van de directe inkomsten (reguliere voordelen) en de voordelen die worden behaald bij de vervreemding (de vervreemdingsvoordelen). Voor de waarde van box 3-panden geldt een step-up naar de datum van ingang van het nieuwe stelsel.

Voor een box 3-pand kan afhankelijk van het gebruik van het pand en de hoogte van de opbrengsten uit verhuur het box 3-resultaat ook worden vastgesteld op basis van de zogenoemde vastgoedbijtelling (3,35% over de waarde).

 

Overige bezittingen en schulden

Voor alle overige bezittingen (onder andere beleggingen in effecten, cryptovaluta, bepaalde verzekeringsproducten, vorderingen, bankrekeningen en spaardeposito’s) en de schulden geldt de zogenoemde vermogensaanwassystematiek.

In de vermogensaanwassystematiek wordt naast de directe inkomsten (reguliere voordelen) ook het voordeel door vermogensaanwas belast. Dit aanwasvoordeel wordt bepaald aan de hand van de volgende vermogensvergelijking:

  • Box 3-vermogen (bezittingen -/- schulden) per 31 december

  • Af: box 3-vermogen (bezittingen -/- schulden) per 1 januari

  • Af: de stortingen in het kalenderjaar

  • Bij: de onttrekkingen in het kalenderjaar

De bezittingen en schulden aan het begin en aan het eind van het kalenderjaar moeten worden gewaardeerd tegen de op dat moment geldende waarde in het economische verkeer. De stortingen en de onttrekkingen in het kalenderjaar moeten ook worden gewaardeerd tegen de waarde in het economische verkeer op het moment van de storting dan wel van de onttrekking.

 

Aftrek betaalde rente en kosten

In het nieuwe stelsel is de aftrek van betaalde rente op schulden en van betaalde kosten mogelijk.

De kostenaftrek geldt echter alleen voor kosten, die uitsluitend verband houden met de inning, het behoud en de verwerving van de reguliere voordelen, die worden behaald met bezittingen en schulden of met box 3-panden of aandelen in of winstbewijzen van een startende onderneming, zijn aftrekbaar. Dit zijn bijvoorbeeld onderhoudskosten of beheerkosten. Verbeteringskosten zijn dus niet direct aftrekbaar, maar verhogen bijvoorbeeld de verkrijgingsprijs van een box 3-pand, waardoor de kosten op het moment van verkoop bij het bepalen van het vervreemdingsvoordeel worden afgetrokken van de verkoopprijs.

Verder is in de voorgestelde wettekst een lijst met kosten opgenomen die toch niet aftrekbaar zijn.

 

Vrijstellingen

Het nieuwe stelsel kent naast dezelfde vrijstellingen als het huidige box 3-stelsel nog twee nieuwe vrijstellingen: de vrijstelling voordelen uit eigen gebruik of verbruik van roerende zaken en de kwijtscheldingsvoordeelvrijstelling.

 

Verliesverrekening

Als het inkomen uit sparen en beleggen in een kalenderjaar een negatief bedrag is, wordt dit aangemerkt als verlies uit sparen en beleggen, voor zover dit bedrag in absolute zin hoger is dan € 500.

Een verlies uit sparen en beleggen kan onbeperkt in de tijd worden verrekend met inkomens uit sparen en beleggen van toekomstige kalenderjaren.

 

Administratieplicht

Er wordt een administratieplicht geïntroduceerd voor bezittingen en schulden in box 3 waar de Belastingdienst van derden (met name financiële instellingen) niet automatisch gegevens ontvangt.

 

Ingangsdatum

De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2028. De staatssecretaris heeft aangegeven, dat inwerkingtreding per 1 januari 2028 mogelijk is als het wetsvoorstel uiterlijk op 15 maart 2026 door de Tweede Kamer is aangenomen.

Uiteraard houden wij het bovenstaande nauwlettend in de gaten.

Meer informatie ontvangen?

*
*
*
*
*

Laatste nieuws

sbi.jpg
27/08/2025
KvK waarschuwt ondernemers: controleer nieuwe SBI-code

Begin september wijzigt de KvK de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) voor 80% van de ingeschreven bedrijven. De codes worden elke vijftien jaar in heel Europa aangepast om aan te sluiten bij nieuwe economische ontwikkelingen.

Geld 3.jpg
21/08/2025
Inhoudingsvrijstelling dividendbelasting

Recentelijk heeft de Hoge Raad haar oordeel uitgesproken inzake een procedure in verband met een grensoverschrijdende dividenduitkering en de toepassing van de inhoudingsvrijstelling voor de dividendbelasting.

Auto.jpg
06/08/2025
Privégebruik auto van de zaak moet te controleren zijn

Bij een auto van de zaak is in de regel de bijtelling vanwege het mogelijke privé gebruik van toepassing. De bijtelling blijft achterwege als bewezen wordt dat met de auto in het jaar niet meer dan 500 kilometer privé is gereden. Controle van dit privé gebruik is belangrijk.