Wijzig vóór 1 mei 2024 de voorlopige aanslag IB 2023 bij box 3 vermogen

Heeft u:

  • op 1 januari 2023 box 3 vermogen, en

  • bent u voornemens om uw aangifte IB 2023 ná 30 april 2024 in te dienen, en

  • is uw voorlopige aanslag vóór 8 maart 2024 ópgelegd?

Dan kan het in bepaalde situaties raadzaam zijn om vóór 1 mei a.s. uw voorlopige aanslag 2023 aan te laten passen. Hiermee voorkomt u onnodige belastingrente.
 

Overleg box 3

Afgelopen vrijdag (12 april) hebben de belangenorganisaties (Consumentenbond, Bond voor Belastingbetalers, SRA, NBA, NOB, RB en NOAB) met het ministerie van Financiën over box 3 gesproken. Eén van de punten die daarbij aan de orde kwam, is de definitieve vaststelling met terugwerkende kracht naar 1 januari 2023 van het forfaitair rendement voor bank- en spaartegoeden en schulden in box 3. 
 

Hogere aanslag door verschil voorlopige en definitieve rendementen

Bij het opleggen van voorlopige aanslagen IB 2023 hanteerde de Belastingdienst voor box 3 een voorlopig forfaitair rendement van 0,36% voor spaartegoeden en 2,57% voor schulden. Eind januari 2024 maakte staatssecretaris Van Rij in een Kamerbrief bekend dat de definitieve percentages in 2023 voor bank- en spaartegoeden en schulden 0,92% respectievelijk 2,46% bedragen. Hierdoor kan, bij een gelijk vermogen, alsnog meer belasting over 2023 verschuldigd zijn. De wijziging van deze percentages kan daarom tot gevolg hebben dat u over het verschil met de oorspronkelijke voorlopige aanslag belastingrente van 7,5% per jaar moet betalen. Dit kan zich voordoen als de aangifte IB 2023 vanaf 1 mei 2024 wordt ingediend én er niet vóór 1 mei 2024 om een wijziging van de voorlopige aanslag IB 2023 is gevraagd.
 

Voorlopig nog geen oplossing

Het ministerie van Financiën erkent dit probleem en is druk bezig om te onderzoeken hoe de belastingrente wellicht vermeden kan worden. Het ministerie van Financiën heeft afgelopen vrijdag in ieder geval bevestigd dat vanaf 8 maart 2024 de voorlopige aanslagen IB 2023 worden opgelegd aan de hand van de definitieve 2023-percentages. De belangenorganisaties hebben bij het ministerie aangegeven dat zij het betreuren dat zij pas nu hierover geïnformeerd zijn en dat belastingplichtigen door de overheid hier niet pro-actief op gewezen zijn.

Het ministerie onderzoekt hoe de belastingrente over de verhoging van de forfaitaire rendementspercentages van box 3 vermeden kan worden.

Let op!
Het is op dit moment (nog) niet duidelijk of de Belastingdienst een hogere voorlopige aanslag IB 2023 oplegt als de belastingplichtige in het verzoek om wijziging hetzelfde vermogen opgeeft als bij de eerdere voorlopige aanslag IB 2023. Als dat niet zo is, zal het verzoek tot wijzigen van de voorlopige aanslag IB 2023 alleen het beoogde doel bereiken als in het verzoek tot wijziging een hoger vermogen wordt aangegeven. De belangenorganisaties raden aan hier bij het indienen van de wijziging van de voorlopige aanslag IB 2023 rekening mee te houden.

Meer informatie ontvangen?

*
*
*
*
*

Laatste nieuws

Box 3.jpg
27/03/2025
Het Wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3

De Hoge Raad heeft vorig jaar in meerdere arresten geoordeeld dat bij belastingplichtigen met een werkelijk rendement, dat lager is dan het forfaitaire box 3-rendement, de box 3-heffing moet plaatsvinden over het lagere werkelijke rendement.

Aangifte 2.jpg
19/03/2025
Btw-suppletie 2024 vóór 1 april 2025

Als u uw btw-suppletie over het jaar 2024 vóór 1 april 2025 indient, berekent de Belastingdienst geen belastingrente. Soms kan het verstandig zijn de btw-suppletie al ruim voor die tijd in te dienen.

Geld 3.jpg
19/03/2025
Bij dga gestald geld valt ook onder excessief lenen

Als een bv gelden onderbrengt bij een dga onder voorbehoud van de economische eigendom, tellen deze gelden naar de mening van de Belastingdienst als schuld mee voor de Wet excessief lenen.