CONTINUÏTEIT FAMILIEBEDRIJVEN

Op 1 januari 2020 waren er volgens het Centraal Bureau voor Statistiek ongeveer 285.000 familiebedrijven in Nederland. De wetgever acht continuïteit van het (familie)bedrijf belangrijk. Derhalve zijn verschillende fiscale faciliteiten in de wet opgenomen ter voorkoming van (liquiditeits)problemen door belastingheffing bij (familiale) bedrijfsopvolging, zoals bij schenking en overgang van een onderneming/aandelen door overlijden.
 

REEDS NU NADENKEN OVER BEDRIJFSOPVOLGING?

De verwachting is dat de fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de nabije toekomst versoberd gaan worden. Het kan juist daarom verstandig zijn om dit jaar na te denken over de (fiscaal vriendelijke) overdracht van uw onderneming aan de kinderen en nu al vooroverleg met de Belastingdienst op te starten.
 

FISCALE BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEITEN

Er bestaan 2 (ruime) faciliteiten voor ondernemingsvermogen, de Doorschuifregeling (hierna: DSR) voor de Inkomstenbelasting en de Bedrijfsopvolgingsregeling (hierna: BOR) voor de Schenk-en Erfbelasting.  
 

DOORSCHUIFREGELING INKOMSTENBELASTING

De DSR ziet op het uitstellen van inkomstenbelastingheffing bij overdracht van een onderneming/aandelen. We maken onderscheid tussen winst uit onderneming (denk aan eenmanszaken, VOF’s, maatschappen) en aanmerkelijk belang aandelen bij een besloten vennootschap.

Winst uit onderneming
Bij overlijden van een ondernemer die winst uit onderneming geniet (box 1), wordt het vermogen van de onderneming direct voorafgaand aan het overlijden geacht te zijn overgedragen tegen de waarde in het economische verkeer. Er wordt dan dus afgerekend over de stille reserves in de onderneming (verschil tussen de boekwaarde en de werkelijke waarde). De voortzetter gaat verder met de waarde in het economisch verkeer, omdat er al afgerekend is.

Op verzoek kan een beroep worden gedaan op de doorschuiffaciliteit, waardoor de erflater niet hoeft af te rekenen. In dat geval gaat de voortzetter verder met de fiscale boekwaarden van de overdrager. De heffing wordt dus verlegd naar de voortzetter (uitstel en geen afstel!). Er geldt hiervoor geen termijn.

Bij overdracht aan een werknemer is dit alleen maar “geruisloos” mogelijk (= met doorschuiving van fiscale boekwaarden), als de werknemer gedurende 36 maanden voorafgaand aan het tijdstip van overdracht, werkzaam is geweest in de onderneming.

Aanmerkelijk belang aandelen
Schenking of vererving van aandelen in een vennootschap wordt als (fictieve) vervreemding gezien, zodat in beginsel 26,9% (box II/aanmerkelijk-belangtarief 2023) inkomstenbelasting is verschuldigd over de “meerwaarde” van de aandelen (= waarde economisch verkeer minus de kostprijs aandelen).

Vanaf 1 januari 2024 zal het tarief voor de eerste € 67.000 dividend/a.b.-winst worden verlaagd naar 24,5% (bij fiscaal partnerschap € 134.000) en 33% over het meerdere.

Voorgaande betekent dat vanaf 1 januari 2024 bij bedrijfsopvolging door schenking/overlijden over de a.b.-winst, zijnde het verschil tussen de werkelijke aandelenwaarde en de aankoopprijs van de aandelen of het bij oprichting gestorte aandelenkapitaal, 33% inkomstenbelasting verschuldigd zal zijn. De “meerwaarde” van aandelen bestaat globaal gesproken uit (ingehouden) winstreserves en “goodwill” in de onderneming.

Op verzoek kan een beroep worden gedaan op de doorschuiffaciliteit voor de inkomstenbelasting, waardoor de schenker/erflater niet hoeft af te rekenen indien en voor zover er sprake is van onderliggend ondernemingsvermogen. In dat geval gaat de voortzetter verder met de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (kostprijs) van de aandelen in plaats van de waarde in het economisch verkeer. De heffing wordt dus verlegd naar de voortzetter (uitstel en geen afstel!). Er geldt hiervoor geen voortzettingstermijn. De doorschuiffaciliteit geldt dus niet voor zover er sprake is van beleggingsvermogen, zoals overtollige banktegoeden/effecten of aan derden verhuurd onroerend goed.

Voorwaarden DSR

  • Ondernemingsvermogen: Er moet sprake zijn van een onderneming, waaruit winst wordt genoten (box 1) of er moet sprake zijn van een aanmerkelijk belang met ondernemingsvermogen (box 2).

  • Voortzettingstermijn: De verkrijger moet de onderneming voortzetten.

  • Familiekring of werknemer/mede-ondernemer: Indien de verkrijger een werknemer is, dient deze ten minste 36 maanden voorafgaand aan de overdracht, werkzaam te zijn geweest.

  • Verzoek: Er dient een verzoek te worden gedaan.

Op basis van de huidige kabinetsplannen bestaat het voornemen om met ingang van 2025 de dienstbetrekkingseis te laten vervallen. Er zal naar verwachting een leeftijdsgrens (verkrijger minimaal 21 jaar) bij schenkingen voor in de plaats komen.
 

BEDRIJFSOPVOLGINGSREGELING SCHENK- EN ERFBELASTING

De bedrijfsopvolgingsregeling ziet in een voorwaardelijke vrijstelling bij overgang van ondernemingsvermogen. Het gaat dus niet om uitstel maar om afstel van schenk- c.q. erfbelasting. Ook hier geldt dat voor beleggingsvermogen de vrijstelling en de uitstelfaciliteit niet van toepassing zijn.
 

WINST UIT ONDERNEMING EN AANMERKELIJK BELANG

Voorwaardelijke vrijstelling
De (voorwaardelijke) vrijstelling erf- en schenkbelasting bedraagt € 1.205.871 (2023). Het meerdere wordt voor 83% vrijgesteld. Het niet-vrijgestelde deel wordt belast tegen een tarief van 10/20% voor partners/kinderen en 30/40% voor overige erfgenamen. Volgens het Belastingplan 2024 wordt het bedrag van de voorwaardelijke vrijstelling vanaf 2025 verhoogd tot € 1.500.000 en wordt het meerdere voor 75% vrijgesteld.

Uitstel van betaling
Ten aanzien van de belasting die betrekking heeft op ondernemingsvermogen, kan op basis van een verzoek door de verkrijger – indien gewenst – 10 jaar lang rentedragend uitstel van betaling worden verleend.

Omdat zowel de DSR als de BOR slechts voor ondernemingsvermogen gelden, is de omvang van het in de onderneming aanwezige ondernemingsvermogen vaak onderwerp van discussie bij de Belastingdienst. Voor zover er beleggingsvermogen overgedragen wordt dient zowel inkomstenbelasting als schenk-/erfbelastingheffing te worden betaald.

Voorwaarden BOR

  • Ondernemingsvermogen: Het moet gaan om een materiële onderneming, de vrijstelling en het uitstel van betaling gelden alleen voor ondernemingsvermogen en niet voor beleggingsvermogen.

  • Bezitseis: bij overlijden dient de erflater ten minste 1 jaar tot aan zijn/haar overlijden ondernemer dan wel aanmerkelijkbelanghouder te zijn geweest en bij schenking ten minste 5 jaren.

  • Voortzettingstermijn: De verkrijger dient ten minste 5 jaren de onderneming voort te zetten. Als de verkrijger de onderneming geheel of gedeeltelijk niet voortzet, worden de faciliteiten naar rato ingetrokken en is alsnog schenk- c.q. erfbelasting verschuldigd. Overigens hoeft een verkrijger van aandelen niet daadwerkelijk zelf de onderneming te drijven, zodat deze ook een (loon)directeur kan aanstellen.

  • Familiekring of werknemer/mede-ondernemer: De verkrijger dient zich te bevinden in ofwel de familiesfeer ofwel moet een medeondernemer dan wel werknemer zijn, die gedurende 36 maanden voorafgaand aan het tijdstip van de overdracht als mede-ondernemer verbonden is aan/als werknemer werkzaam is in de onderneming.

  • Verzoek: Er dient een verzoek te worden gedaan voor toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten bij aangifte.

Op basis van de huidige plannen bestaat het voornemen om met ingang van 2025 de dienstbetrekkingseis te laten vervallen. Er zal naar verwachting een leeftijdsgrens (verkrijger minimaal 21 jaar) bij schenkingen voor in de plaats komen.
 

BEOORDELING DOOR CPB: BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEITEN NIET DOELMATIG

Mede omdat de faciliteiten ruim zijn, heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Financiën het CPB opdracht gegeven om de BOR en DSR te beoordelen. De doelmatigheid van de faciliteiten kwam niet goed uit het rapport van het CPB.
 

REACTIE KABINET: AANPASSING FACILITEITEN IN BELASTINGPLAN 2024

De volgende maatregelen zijn aangekondigd:

  • De voorwaardelijke vrijstelling schenk- en erfbelasting wijzigt

  • De 5% doelmatigheidsmarge voor beleggingsvermogen wordt afgeschaft. Dat houdt in dat beleggingsvermogen in het geheel niet meer onder de faciliteiten kan vallen.

  • Bedrijfsmiddelen die privé en zakelijk worden gebruikt (gemengd gebruik) vallen onder de faciliteiten voor zover zij in de onderneming worden gebruikt.

  • De dienstbetrekkingseis vervalt.

  • Er komt een leeftijdsgrens van 21 jaar bij schenkingen.

  • Aan derden verhuurd vastgoed valt niet meer onder de faciliteiten.

Vanwege de verwachte wijzigingen/versobering, is het verstandig om dit jaar reeds na te denken over de fiscaal vriendelijke overdracht van uw onderneming c.q. aandelen aan de kinderen. Wij denken graag met u mee. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met uw belastingadviseur bij ESJ.

Meer informatie ontvangen?

*
*
*
*
*

Laatste nieuws

btw.jpg
18/04/2024
Voorgestelde btw-herziening vanaf 2026 op kostbare diensten onroerende zaken

Het kabinet wil vanaf 2026 een btw-herzieningsregeling introduceren voor kostbare diensten met betrekking tot onroerende zaken. Door nu al op dit voorstel te anticiperen, kunt u misschien btw besparen.

Box 3.jpg
17/04/2024
Voorkom onnodige belastingrente

Wijzig vóór 1 mei 2024 de voorlopige aanslag IB 2023 bij box 3 vermogen.

Fiets.jpg
08/04/2024
Optimaliseer vitaliteit door de inzet van een fitness en/of fietsenregeling

Uw werknemers in beweging krijgen is één manier om de vitaliteit te vergroten. Als werkgever kunt u hieraan bijdragen door een fitness en/of fietsregeling aan te bieden aan uw werknemers. Maar hoe zitten deze regelingen in elkaar en wat hebben ze voor gevolgen op de loonstrook van uw werknemer?