Wanneer uw werknemers (of u als dga) tijdens werkzaamheden schade oplopen, bent u (of de BV) vaak verplicht deze te vergoeden. Hoe werkt dit fiscaal bekeken? Kan dit onbelast blijven? Wat heeft de hoogste Nederlandse rechter (Hoge Raad) hierover recent beslist? 
 

U ALS DGA EN UW WERKNEMERS 

Materiële schade oplopen en onbelast vergoeden
Als uw werknemer (of u als dga zijnde werknemer van de BV) materiële schade oploopt, is wettelijk geregeld wanneer u dit belastingvrij mag vergoeden. Het moet dan schade of verlies aan persoonlijke zaken betreffen. Daarnaast moet de schade zijn veroorzaakt door een bijzondere gebeurtenis. Wat we hieronder moeten verstaan, daarover valt te twisten. Zo stelt de Belastingdienst bijvoorbeeld dat, wanneer uw werknemer zijn broek openhaalt aan een scherpe bureaurand, dit onbelast vergoed mag worden als bijzondere gebeurtenis. Krijgt een medewerkster in de kinderopvang een glas limonadesiroop over haar kleding door een van de kinderen, dan is dit weer géén bijzondere gebeurtenis en mag u dit dus niet onbelast vergoeden. In de praktijk zal het er dus op neerkomen dat wanneer iets veelvuldig voorkomt, het niet meer als ‘bijzondere’ gebeurtenis aangemerkt kan worden. Komt iets sporadisch voor, dan zal dit over het algemeen een bijzondere gebeurtenis zijn en kunnen de kosten dus ook onbelast vergoed worden.  

De werkkostenregeling (WKR) gebruiken
Is de schade niet ‘bijzonder’ genoeg en wilt u deze toch vergoeden? Dan kunt u een schadevergoeding  onderbrengen in de werkkostenregeling. De vergoeding blijft dan voor uw werknemer onbelast. U betaalt alleen 80% belasting via de eindheffing als u dit jaar uw vrije ruimte overschrijdt. Deze bedraagt in 2023 3% van uw loonsom tot €400.000 en van het meerdere 1,18%.  

Immateriële schade vergoeden: wat was recent het oordeel van de Hoge Raad?
Ook immateriële schadevergoedingen komen nogal eens voor, zeker bij risicovolle beroepen. Zo zijn er veel uitspraken van de rechter, waarbij aan werknemers bij de politie en brandweer schadevergoedingen zijn toegekend voor tijdens hun werkzaamheden opgelopen schade. Recentelijk heeft de Hoge Raad (de hoogste Nederlandse rechter) moeten oordelen over de vraag of dergelijke uitkeringen geheel of deels belast zijn. Het ging hier om een lid van de vrijwillige brandweer, die tijdens de uitoefening van zijn werk door een ongeval deels arbeidsongeschikt was geworden. De rechtsvraag was of de schadevergoeding van ruim € 32.000 al dan niet belast was. De Hoge Raad vindt van niet. De reden is dat de schadevergoeding niet zozeer aan de dienstbetrekking is verbonden dat deze daaruit voortvloeit. Daarop bestaat volgens de Hoge Raad soms een uitzondering.  

Hogere schadevergoeding dan uit aansprakelijkheid voortvloeit
De Hoge Raad maakt een uitzondering voor schadevergoedingen die hoger zijn dan uit de aansprakelijkheid van de werkgever voortvloeit. De werkgever erkent dan een hogere aansprakelijkheid en dat deel van de schadevergoeding is dan wel belast. De Hoge Raad vond het ook onbelangrijk of het recht op schadevergoeding vastligt in de arbeidsovereenkomst.  
 

VERZEKERING KEERT UIT AAN U: HOE ZIT DIT FISCAAL? 

Ontvangt u de schadevergoeding van uw verzekeraar weer terug via een verzekeringsuitkering van de schade, dan behoort dit ‘gewoon’ tot uw winst. Dit is fiscaal bekeken logisch, want de uitgekeerde bedragen kunt u ook ten laste van de winst brengen. Ontvangt u zelf een schadevergoeding van uw verzekeraar in verband met letselschade, dan is dit in de regel niet belast. Daarbij is van belang dat de vergoeding betrekking heeft op een vermindering van uw toekomstige arbeidscapaciteit. Een vergoeding voor gemist inkomen is belast. 
 

Houd er rekening mee dat bij materiële schade een schadevergoeding onbelast is als dit betrekking heeft op persoonlijke zaken en op een ‘bijzondere gebeurtenis’. Bij immateriële schade is dit onbelast, mits de schadevergoeding niet direct verbonden is aan de dienstbetrekking en de vergoeding niet hoger is dan uw werkgeversaansprakelijkheid. 

Meer informatie ontvangen?

*
*
*
*
*

Laatste nieuws

btw.jpg
18/04/2024
Voorgestelde btw-herziening vanaf 2026 op kostbare diensten onroerende zaken

Het kabinet wil vanaf 2026 een btw-herzieningsregeling introduceren voor kostbare diensten met betrekking tot onroerende zaken. Door nu al op dit voorstel te anticiperen, kunt u misschien btw besparen.

Box 3.jpg
17/04/2024
Voorkom onnodige belastingrente

Wijzig vóór 1 mei 2024 de voorlopige aanslag IB 2023 bij box 3 vermogen.

Fiets.jpg
08/04/2024
Optimaliseer vitaliteit door de inzet van een fitness en/of fietsenregeling

Uw werknemers in beweging krijgen is één manier om de vitaliteit te vergroten. Als werkgever kunt u hieraan bijdragen door een fitness en/of fietsregeling aan te bieden aan uw werknemers. Maar hoe zitten deze regelingen in elkaar en wat hebben ze voor gevolgen op de loonstrook van uw werknemer?