Echtscheidingsconvenant en afspraken over eigen woning 

Afspraken over de woning
Bij een echtscheiding worden in het echtscheidingsconvenant vaak de nodige afspraken gemaakt over de echtelijke woning. Deze afspraken worden gemaakt vooruitlopend op de daadwerkelijke (juridische) verdeling van de bezittingen en de schulden, waaronder een eventuele eigenwoningschuld. De afspraken in een echtscheidingsconvenant gaan vaak over  

  • wie (al dan niet tijdelijk) in de echtelijke woning blijft wonen,  

  • wie de hypotheekrente betaalt en  

  • of de woning verkocht wordt of wordt toegedeeld aan een van de beide echtgenoten.  

Correcte formulering is erg belangrijk
Uit een recente uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant blijkt dat de formulering van de afspraken zeer nauw luistert. Een ongelukkig geformuleerde afspraak kan onbedoelde effecten hebben die voor de (ex-)echtgenoten zeer kostbaar kunnen uitpakken.  

Opschortende voorwaarde
Door in het echtscheidingsconvenant een zogenaamde ‘opschortende’ voorwaarde op te nemen, kon uiteindelijk maar 50% van de hypotheekrenteaftrek geldend worden gemaakt. Hoe zit dat precies met een opschortende voorwaarde en waarom ging dat hier mis?  
 

WAT WAS HET GEVAL? 

Echtelijke woning met hypotheek
Mike en Veerle zijn op huwelijkse voorwaarden met elkaar getrouwd. De echtelijke woning is gemeenschappelijk eigendom. Op de woning rust een hypotheek, waarvoor Mike en Veerle beiden hoofdelijk aansprakelijk zijn.  

Feitelijk uit elkaar gaan
In 2015 gaan zij feitelijk uit elkaar, want op dat moment verlaat Mike de echtelijke woning en gaat elders wonen. Veerle blijft in de woning wonen en betaalt vanaf dat moment de volledige hypotheekrente en aflossing.  

Ondertekening echtscheidingsconvenant
In 2015 ondertekenen Mike en Veerle een echtscheidingsconvenant waarin zij het volgende overeengekomen: “De echtelijke woning wordt toegedeeld aan de vrouw, als onderdeel van de totale verdeling van het wettelijk deelgenootschap. Toedeling van de woning aan de vrouw geschiedt onder de opschortende voorwaarde dat de (…) hypotheeknemer de man ontslaat uit zijn hoofdelijke verplichtingen met betrekking tot de (…) hypotheekschuld.”  

Huwelijk wordt door echtscheiding ontbonden
In 2017 wordt het huwelijk daadwerkelijk door echtscheiding ontbonden. In 2018 wordt Mike door de hypotheekverstrekker ontslagen uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld.  
 

RENTEAFTREK GEWEIGERD 

In haar aangifte inkomstenbelasting 2016 trekt Veerle de volledige hypotheekrente af. De inspecteur staat slechts de helft van de hypotheekrenteaftrek toe. Veerle maakt bezwaar en als het bezwaar wordt afgewezen, gaat Veerle hiertegen in beroep. Volgens Veerle is het aandeel van Mike in de economische eigendom van de woning al in 2015 (onder ontbindende voorwaarden) aan haar overgedragen. Om de volledige hypotheekrente te kunnen aftrekken, moest Veerle volledig eigenaar van de woning zijn.  
 

HOE OORDEELT DE RECHTER HIER NU OVER? 

De rechtbank gaat bij de beoordeling van het geschil eerst in op de formulering van de voorwaarden in het echtscheidingsconvenant. Het gaat hierbij in het bijzonder over het onderscheid tussen een ontbindende en een opschortende voorwaarde. 

Ontbindende voorwaarde
Bij een ontbindende voorwaarde komt de verbintenis (in dit geval de volledige toedeling van de woning) direct tot stand. De verbintenis vervalt als een bepaalde onzekere gebeurtenis zich voordoet. In dat geval gaat de (economische) eigendom van de woning meteen over op Veerle, maar vervalt de toedeling aan Veerle als de bank Mike niet ontslaat uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid. 

Opschortende voorwaarde
Bij een opschortende voorwaarde komt de verbintenis (de volledige toedeling van de woning) pas tot stand als de onzekere gebeurtenis zich heeft voorgedaan. Met andere woorden: de eigendom gaat over op Veerle op het moment dat de bank Mike ontslaat uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid.  

Het stond Mike en Veerle bij het formuleren van het echtscheidingsconvenant vrij om te kiezen voor een ontbindende of een opschortende voorwaarde. De vraag of er sprake is van een opschortende dan wel van een ontbindende voorwaarde, moet via uitleg van het beding worden vastgesteld. Het is dus belangrijk de voorwaarde zodanig te formuleren dat de voorwaarde ook de gewenste uitwerking heeft.  

Uitleg rechtbank
De rechter constateert dat in het echtscheidingsconvenant expliciet staat dat toedeling van de woning aan Veerle geschiedt onder een opschortende voorwaarde. Op deze wijze is de voorwaarde ook geformuleerd. Er staat namelijk dat de toedeling aan Veerle plaatsvindt als Mike wordt ontslagen uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid. De rechtbank gaat er daarom van uit dat Mike en Veerle de economische eigendom pas wilden laten overgaan op het moment dat Mike is ontslagen uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid. Er zijn geen aanknopingspunten dat zij, ondanks de duidelijke tekst, bij het sluiten van het convenant een andere bedoeling hadden. Dat Veerle na het sluiten van het convenant telkens de volledige hypotheekrente heeft betaald, is onvoldoende om aan te nemen dat zij andere bedoelingen hadden.  
 

WAT ZIJN DUS DE CONSEQUENTIES? 

Pas na 3 jaar volledig eigenaar
Omdat er sprake is van een opschortende voorwaarde en vaststaat dat Mike pas in 2018 door de bank is ontslagen uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid, heeft toedeling van de volledige economische eigendom van de woning aan Veerle in 2016 (dus) nog niet plaatsgevonden.  

50% eigenaar is 50% renteaftrek
Veerle had in 2016 50% van de eigendom van de woning, waardoor de woning voor haar slechts voor 50% gold als eigen woning in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001.  

Geen partneralimentatie
Veerle kan de andere helft van de hypotheekrente ook niet aftrekken als partneralimentatie. Mike en Veerle waren in het echtscheidingsconvenant een zogeheten ‘nihilbeding’ overeengekomen. Dit wil zeggen dat beide partijen over en weer afzien van partneralimentatie. De rente die Veerle voor Mike betaalde, kon daarom niet worden aangemerkt als partneralimentatie. Op grond van dit nihilbeding in het echtscheidingsconvenant hoeft Veerle immers de rente van Mike niet te betalen.  

De rechtbank verklaart het beroep van Veerle ongegrond. Veerle kon dus inderdaad slechts de helft van de door haar betaalde hypotheekrente in aftrek brengen.  
 

Voor de belastingaftrek van hypotheekrente moet de woning volledig gelden als eigen woning. Bij een echtscheiding wordt dit vaak geregeld in het echtscheidingsconvenant. De formulering in het echtscheidingsconvenant is beslissend. Bij een opschortende voorwaarde kan een deel van de fiscale renteaftrek verloren gaan. 

Meer informatie ontvangen?

*
*
*
*
*

Laatste nieuws

btw.jpg
18/04/2024
Voorgestelde btw-herziening vanaf 2026 op kostbare diensten onroerende zaken

Het kabinet wil vanaf 2026 een btw-herzieningsregeling introduceren voor kostbare diensten met betrekking tot onroerende zaken. Door nu al op dit voorstel te anticiperen, kunt u misschien btw besparen.

Box 3.jpg
17/04/2024
Voorkom onnodige belastingrente

Wijzig vóór 1 mei 2024 de voorlopige aanslag IB 2023 bij box 3 vermogen.

Fiets.jpg
08/04/2024
Optimaliseer vitaliteit door de inzet van een fitness en/of fietsenregeling

Uw werknemers in beweging krijgen is één manier om de vitaliteit te vergroten. Als werkgever kunt u hieraan bijdragen door een fitness en/of fietsregeling aan te bieden aan uw werknemers. Maar hoe zitten deze regelingen in elkaar en wat hebben ze voor gevolgen op de loonstrook van uw werknemer?