Een erfgenaam heeft de keuze om de nalatenschap te aanvaarden of te verwerpen. Als hij aanvaardt, heeft hij de keuze tussen zuivere aanvaarding of aanvaarding ‘onder voorrecht van boedelbeschrijving’ (beneficiaire aanvaarding). Wordt er zuiver aanvaard, dan is de erfgenaam in privé aansprakelijk voor de schulden van de nalatenschap. Dat is niet het geval als de nalatenschap beneficiair wordt aanvaard. Wanneer wordt iemand geacht zuiver te hebben aanvaard? Wat speelde hierover bij de rechter met betrekking tot een onverwachte schuld van ruim € 55.000?
Onverwachte schuld bij gemeente van € 55.443
Wanneer haar moeder overlijdt, is Toos de enige erfgenaam. Op verzoek van de verhuurder ontruimt Toos de woning van haar moeder en zij slaat de inboedelgoederen op. Op de bankrekening staat nog € 3.273. Toos maakt dat bedrag naar haar eigen bankrekening over. Dan ontvangt Toos een brief waarin staat dat haar moeder nog een schuld had bij de gemeente van € 55.443. Als enig erfgenaam wordt Toos verzocht om dat bedrag uit eigen middelen te betalen.
Verklaring verwerpen nalatenschap moeder
Daarop boekt Toos het eerder overgemaakte bedrag van € 3.273 weer terug op de bankrekening van haar moeder. Ook dient ze bij de griffie van de rechtbank een verklaring in dat ze de nalatenschap van haar moeder verwerpt. Voor de zekerheid dient ze tegelijkertijd een verzoek in bij de kantonrechter om de nalatenschap alsnog beneficiair te mogen aanvaarden.
Een eenmaal gemaakte keuze is onherroepelijk
Bij de rechtbank verklaart Toos dat ze het bedrag van de bankrekening naar haar eigen rekening heeft overgemaakt, zodat ze de bankrekening van haar moeder kon opheffen. Ze heeft de nalatenschap niet zuiver aanvaard, alleen maar beheerd. De rechter verwerpt dat argument. Door overboeking naar haar eigen bankrekening heeft ze over dat geld beschikt. Daarmee heeft ze zich ondubbelzinnig gedragen als een erfgenaam die de nalatenschap zuiver heeft aanvaard. Dat ze het geld later weer heeft teruggestort, maakt dat niet anders. Een eenmaal gemaakte keuze is onherroepelijk, daarop kan men later niet meer terugkomen.
Bij onverwachte schuld is er een andere mogelijkheid
Dat geldt alleen als een erfgenaam na zuivere aanvaarding bekend wordt met een onverwachte schuld van de erflater, die de erfgenaam niet kende en ook niet behoorde te kennen. Als de erfgenaam daarop een beroep wil doen, moet er binnen een termijn van 3 maanden na ontdekking van de schuld een verzoek worden ingediend bij de kantonrechter. Dit is een strikte termijn waarvan men niet kan afwijken.
Administratie van moeder
Uit de administratie van moeder blijkt nergens van het bestaan van de schuld aan de gemeente. De financiële zaken werden afgehandeld door een vriend van moeder, met wie Toos geen enkel contact had. Ze is nooit betrokken geweest bij de financiën van haar moeder en had daar geen inzage in.
Onverwachte schuld waarvan ze volgens de rechter niet wist
De rechter stelt vast dat er sprake is van een onverwachte schuld die Toos niet kende en ook niet behoorde te kennen. Ook is duidelijk dat ze het verzoek tot beneficiaire aanvaarding binnen de wettelijke termijn van 3 maanden heeft ingediend. Daarom machtigt de rechter haar om de nalatenschap alsnog beneficiair te aanvaarden. Daardoor verkrijgt Toos niets uit de nalatenschap, maar ze is met haar privévermogen ook niet aansprakelijk voor de schuld aan de gemeente.
Wanneer iemand beschikt over goederen uit de nalatenschap, wordt daardoor de nalatenschap zuiver aanvaard. Men kan hierop niet meer terugkomen. Dit is anders bij een onverwachte schuld, die de erfgenaam niet kende en ook niet behoorde te kennen. Dan moet u binnen 3 maanden bij de kantonrechter een verzoek indienen om de nalatenschap beneficiair te mogen aanvaarden.
Meer weten?